In hoger gelegen gebieden wordt neerslag opgevangen. Dit is vaak in de vorm van sneeuw. Een dikke laag sneeuw wordt ijs en vormt zo een gletsjer. Maar ook gewone regen stroomt van de berg af via allerlei rivieren.
Als je een dam bouwt in een rivier ontstaat er achter een stuwmeer. Door openingen in een dam te maken stroomt hieruit met grote kracht water. Deze kracht kun je gebruiken om turbines te laten draaien. Dit levert spanning op dat je als stroomvoorziening naar lager gelegen gebieden kunt transporteren.
Een degelijke waterkrachtcentrale blijft zolang er neerslag valt energie.
In Nederland gebeurt dit ook door schoepenraderen in een beek te plaatsen. Dit drijft dan oude molens aan, die graan malen of hout zagen.
Powerpoint: Hoe werkt een waterkrachtcentrale
Animatie van de werking van een waterkrachtcentrale