5. Plannen voor de toekomst

Je zou gemakkelijk kunnen denken dat een landelijk bestand met ruim 460.000 vegetatiebeschrijvingen ruimschoots voldoende moet zijn om allerlei vragen uit de praktijk van het natuurbehoud en het natuurbeleid het hoofd te bieden, maar dat is toch niet zomaar het geval. In dit afsluitende hoofdstuk willen we hierop ingaan en tegelijkertijd het vizier op de toekomst richten. Zoals is gebleken in het onderzoek naar de toepassingen voor Natura 2000 zijn sommige gebieden uitvoerig geïnventariseerd, terwijl andere gebieden hiaten vertonen; dit kan betrekking hebben op het gehele gebied of slechts op een bepaald habitattype in het gebied. In het voorgaande is al aangegeven waar mogelijkheden liggen voor het toevoegen van nieuwe of slechts gedeeltelijk geïnventariseerde bronnen.

Maar met het alleen maar uitbreiden van de bestanden zijn we er nog niet. De verzamelde gegevens, afkomstig van uiteenlopende bronnen en bronhouders, zijn van wisselende kwaliteit. Het is zaak hier goed inzicht in te hebben en te trachten zoveel mogelijk ongerechtigheden uit het materiaal te verwijderen. Tijdens het werken aan de projecten Oude gegevens, De vegetatie van Nederland en de Atlas van plantengemeenschappen in Nederland zijn veel onzorgvuldigheden opgespoord en gecorrigeerd, en ook zijn sommige bestanden (voordat ze aan de Landelijke Vegetatie Databank werden toegevoegd) nauwgezet op mogelijke fouten gescreend, zoals het omvangrijke bestand van het Delta-Instituut. Maar de gegevens zijn zeker nog niet vrij van fouten; dat is inherent aan dergelijke omvangrijke bestanden van verschillende herkomst. In de nabije toekomst zal het onderhoud en beheer van de Landelijke Vegetatie Databank een belangrijk punt van aandacht zijn.

De scheve (niet-lukrake) verdeling van de gegevens, zowel in de ruimte als in de tijd, maakt ook dat de databestanden niet zonder nadere bewerkingen zijn te gebruiken voor het in beeld brengen van veranderingen in het voorkomen van plantengemeenschappen in ons land. In dit hoofdstuk willen we kort ingaan op een aantal methoden, zoals die momenteel worden ontwikkeld ten behoeve van het betrouwbaar gebruiken van de gegevens van de Landelijke Vegetatie Databank. Al met al is de Landelijke Vegetatie Databank te beschouwen als een groeibriljant of een ruwe diamant, waarvan de omvang en het gebruik in de toekomst verder kunnen toenemen en waarvan de kwaliteit vergroot kan worden door de dataset deskundig te bewerken, onder meer door gebruik te maken van de juiste filters.