Informatie

De treinwagon bij Compiègne

Op 8 november 1918 stonden er in een bos in de buurt van Compiègne twee treinwagons tegenover elkaar. In de ene wagon zaten de afgevaardigde van de Duitse regering en in de andere zaten de bevelhebbers van het Franse en Britse leger. De Duitse afgevaardigde kwamen onderhandelen over een wapenstilstand. Hun stemming was bedrukt. Nu de laatste aanvallen waren mislukt leek de oorlog uitzichtloos. Elke dag werd het geallieerde leger aangevuld met nieuwe Amerikaanse soldaten, terwijl er in Duitsland honger heerste en de dreiging van een revolutie groter en groter werd. De Franse bevelhebbers die dit maar al te goed wisten hadden de voorwaarde voor de wapenstilstand al klaarliggen, de Duitsers konden niets anders meer doen dan met de eisen van de geallieerde instemmen. 

Vanaf 11.00 uur op 11 november 1918 werd er niet meer geschoten en een jaar later kwam er met het verdrag van Versailles een einde aan de eerste wereldoorlog. 

In de komende paragraven gaan we het hebben over hoe deze oorlog ooit zo groot heeft kunnen worden. Hoe heeft deze oorlog ooit voor 10 miljoen slachtoffers kunnen zorgen... 

Foto van de grote leiders na de Eerste Wereldoorlog

De situatie voor 1914

Voor 1914 bestond er in Europa een sterk nationalisme. Duitsland en Rusland wilden meer macht en invloed en waren tegelijk bang voor elkaar. Frankrijk wilde wraak op Duitsland voor de nederlaag van 1871 en wilde het destijds verloren gebied Elzas-Lotharingen terug. In 1892 hadden Frankrijk en Rusland al in het geheim een afspraak gemaakt: als één van hen door Duitsland zou worden aangevallen, zou de ander te hulp schieten en Duitsland aanvallen. Duitsland had een bondgenootschap gesloten met Oostenrijk-Hongarije. 

Overal heerste in die tijd militarisme. Waarden als moed, discipline en strijdlust stonden hoog in het aanzien. De landen hadden in een wapenwedloop hun wapens gemoderniseerd en enorme voorraden aangelegd. Hun vernietigingskracht was enorm. Hierdoor dacht elk land van zichzelf dat het veruit de sterkste zou zijn en dat wanneer er een oorlog zou komen deze heftig maar kort zou zijn. 

Alle landen waren zich al aan het klaarmaken voor een oorlog. Het was niet de vraag of er oorlog zou komen, maar wanneer en waarom. 

Het was slechts wachten op die gebeurtenis die de landen een rede gaf om aan te mogen vallen...

Bondgenootschappen in 1914, voor de Eerste Wereldoorlog
 

Moord op de kroonprins

Op 28 juni 1914 bezocht de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand met zijn vrouw Sophie de Bosnische hoofdstad Sarajevo. In een open wagen reden ze door de straten van de stad. 

Tussen de toeschouwers langs de weg bevonden zich zes Servische nationalisten, die waren gekomen om Frans Ferdinand te vermoorden. Toen de auto passeerde gooide een van een granaat. De granaat miste de kroonprins en viel onder de auto van de volgende officieren. 

Na afloop van de receptie in het stadhuis liet de kroonprins zich naar het ziekenhuis rijden waar de gewonden officieren lagen. Toen zijn chauffeur wilde keren na een verkeerde afslag, kwamen ze oog in oog te staan met Gravilo Princip, één van de zes samenzweerders die in de buurt een broodje was gaan eten. Princip liet deze buitenkans niet ontgaan, stapte op de auto af en loste van dichtbij een aantal schoten. Frans Ferdinand en zijn vrouw Sophie werden beiden dodelijk getroffen. 

Het nieuws van de moord op zijn zoon en schoondochter kwam hard aan in Wenen, waar de Oostenrijkse keizer Frans Jozef I verbleef. 

Keizer Frans Jozef gaf Servië de schuld van de dood van zijn opvolger en eiste excuses van de Serven en eiste dat het toestemming kreeg om met het leger jacht te maken in Servië op de daders. 

Toen Servië dit weigerde, verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië. Deze oorlogsverklaring zorgde voor een kettingreactie aan oorlogsverklaringen in Europa. 

Rusland dat een bondgenootschap had met Servië verklaarde de oorlog aan Oostenrijk-Hongarije. Waarop Duitsland dat een bondgenootschap had met Oostenrijk-Hongarije de oorlog weer verklaarde aan Rusland, waarop Frankrijk, als bondgenoot van Rusland de oorlog verklaarde aan Duitsland. 

Plotseling waren alle grote landen in Europa met elkaar in oorlog.

De moord op Frans Ferdinant

 

Duitsland trekt op richting Frankrijk

Enkele Europese landen besloten neutraal te blijven, zij wilde niet bij die oorlog betrokken worden. Onder deze landen bevonden zich onder andere Nederland en België. Maar ook Engeland wilde zich niet met de oorlog bemoeien. Engeland zei echter wel, Wij houden ons erbuiten, maar als één van jullie neutraal land aanvallen, zullen wij dat land verdedigen.

Duitsland had zich al lange tijd voorbereidt op een eventuele oorlog. Afgezien van het moderniseren van het leger, waren alle troepen al gemobiliseerd. De Duitse legerleiding had namelijk al een aanvalsplan klaar liggen, het Von Schliefenplan.  Eerst zouden de Duitsers een verrassingsaanval doen op Frankrijk. Via België zou Duitsland de Franse grens over trekken en oprukken richting Parijs. Binnen 40 dagen zou Frankrijk verslagen zijn. Een deel van de soldaten zou dan in Frankrijk blijven om daar de “orde” te bewaken, terwijl het overgrote deel van het leger terug zou keren naar Duitsland en een aanval op Rusland zou plegen. Binnen enkele maanden zou Duitsland de omliggende landen op de knieën hebben en zouden ze het grootste en machtigste land van Europa zijn. 

Het Von Schlieffenplan

 

 

Het is oorlog!

In augustus 1914 begon de Duitse opmars richting Frankrijk en op 4 augustus trokken ze de Belgische grens over. Britse soldaten kwamen de neutralen Belgen te hulp, te laat, de Duitse oorlogsmachine denderden voort richting het noorden van Frankrijk en liet een spoor van vernielingen na.  

Het leek er op dat de Duitsers zouden slagen in hun aanval, tot ze op een paar dagen marcheren van Parijs op het laatste moment werden opgevangen door het Franse leger. De Duitsers werden tientallen kilometer teruggedrongen. De Duitsers trokken steeds verder terug richting de grens met België, waar ze zich uiteindelijk verschansten in loopgraven. De Fransen, Britten en Belgen deden het zelfde. In een tijdsbestek van enkele weken lagen er door Vlaanderen en Noord-Frankrijk twee loopgravenstelsels, samen honderden kilometers lang. Gedurende drie jaar zou dit Westfront muurvast liggen en als een ondoordringbare grens gelden. 

De situatie voor de soldaten was vreselijk, de loopgraven waren modderig en nat en het was er stervenskoud. Handen en voeten stierven af van de kou en de rottende lijken in het niemandsland zorgde voor een afschuwelijke stank. De loopgraven waren vol van ratten en luizen en elke dag stierven er soldaten wegens gebrek aan hygiëne en medische verzorging. De soldaten kwamen door het gedonder van de kanonnen nauwelijks aan slaap toe en moesten het door de slechte bevoorrading soms dagen zonder eten doen. Een oorlog waarvan ze dachten dat enkele weken zou duren en beslist zou worden door enkele grote veldslagen, veranderde in een langdurige nachtmerrie waar voor de soldaten geen eind aan leek te komen.

De slag bij de Somme

Er zat nauwelijks beweging in het front, dagen lang werd er gevochten om een stukje niemandsland van enkele tientallen meters. De generaals probeerde wel een doorbraak te forceren, maar slaagde daar niet in. Een van de grootste offensieven waren dat van de Britten bij de rivier de Somme in 1916 en van de Duitsers bij de stad Verdun. Bij de Somme liepen de Britten vast in het Duitse prikkeldraad en toen ze eenmaal bij de Duitse loopgraven uitkwamen werden ze met machinegeweren beschoten. De eerste dag van de slag bij de Somme sneuvelde er al 20.000 soldaten. Toch staakte de legerleiding het offensief pas na 4 maanden. De Britten hadden toen al 450.000 soldaten verloren. De slag bij Verdun duurde 10 maanden. En in die 10 maanden koste het 700.000 Franse en Duitse soldaten het leven. 

 

Een Wereldoorlog

De Duitsers hadden een tweefrontenoorlog willen voorkomen, maar die kregen ze toch. Samen met Oostenrijk werd er in het oosten gevochten tegen Rusland. Het bleef echter niet bij het oost en het westfront, op ten duur werd er op steeds meer plaatsen gevochten. Zo sloot Turkijke zich aan bij de Centralen en wisselde de Italianen van kant en gingen meevechten met de Geallieerde. Italië voerde een bloederige oorlog met Oostenrijk in de Alpen. Turkije en Groot-Brittannië vochten een harde strijd uit rond de Middellandse Zee en in het Midden-Oosten. Terwijl Rusland en Turkije hun conflicten uitvochten in de Kaukasus. 

Maar niet alleen in Europa werd er gevochten, ook in de kolonies van de landen werd er gevochten voor het “vaderland”. In Afrika en Azië werden zowel op land als op zee tussen de verschillende kolonies gevochten. Maar ook soldaten uit de kolonies werden naar het vaderland verscheept, om daar aan het front te vechten. Het was nu een echte wereldoorlog.  

 

Het wegvallen van het Oostfront en de komst van de V.S.

In Rusland was in 1917 een nieuwe leider aan de macht gekomen. Vladimir Lenin. Lenin zag niets in de oorlog die zijn voorganger gestart was en sloot zo snel mogelijk een wapenstilstand met Duitsland. Dit kwam Duitsland helemaal niet slecht uit, want nu konden zij hun troepen van het oostfront richting Frankrijk sturen, voor een laatste verpletterend offensief. In maart 1918 was Duitsland er klaar voor en dankzij de grote overmacht nu aan soldaten kwam er beweging in het front. Tientallen kilometers rukte het Duitse leger op. Maar de geallieerde bleken toch sterker en wisten de opmars te vertragen. Lang genoeg voor de Amerikaanse soldaten om zich aan te sluiten bij het geallieerde leger. 

Amerika dat bang was dat wanneer Frankrijk zou vallen, de Duitsers zo machtig werden dat ze heel Europa in bezit zouden krijgen en uiteindelijk zelfs Amerika zouden durven aan vallen, had in 1917 Duitsland de oorlog verklaard en trommelde enkele miljoenen soldaten op. Vanaf 1918 kwamen er elke maand 250.000 verse Amerikaanse krachten aan het front. 

Met hulp van de Amerikanen werden de Duitse soldaten weer teruggedrongen achter hun oude linies.

Ondanks dat er op Duits grondgebied nog geen kogel afgevuurd was deze oorlog heerste er in Duitsland grote onrust. De economie was ingestort, er was een groot tekort aan voedsel en steeds vaker brak er oproer uit onder de bevolking. De situatie was voor de Duitse keizer niet meer te houden en vluchtte naar Nederland. 

Twee dagen later tekent de nieuwe Duitse regering een wapenstilstand met de geallieerde, in de trein bij Compiègne. Op 11 november 1918 om 11 uur wordt het signaal voor staakt het vuren gegeven.