Articles (lidwoorden)

Lidwoorden

In het Nederlands hebben we de volgende 3 lidwoorden: de, het, een

Het Engels kent 3 lidwoorden: the, a, an.

 

Nederlands:                Engels:

the                              de, het 

a                                 een

an                               een

 

The:

is een bepalend lidwoord en wordt gebruikt bij zowel meervoud als enkelvoud en is hetzelfde voor vrouwelijke en mannelijke woorden.

Wordt vaak gebruikt wanneer er maar 1 van bestaat.

The president of the United States. (the, want er is er maar 1 van)

A:

als het woord dat volgt begint met een medeklinkerklank (b, f, j, m, etc.)

a book

a university

An:

als het woord dat volgt begint met een klinkerklank (a, e, i, o, u)

an orange

an hour

 

In de uitleg wordt het woord ‘klank’ onderstreept. Dit komt omdat je bij het gebruik van a/an moet luisteren naar de klank waarmee het woord dat na a/an komt begint. Dus begint het met een klinkerklank of een medeklinkerklank:

 

university begint met een u, een klinker, maar in de uitspraak hoor je eerst een ‘j’, dus moet er a voor.

hour begint met een h, een medeklinker, maar in de uitspraak komt die h te vervallen en hoor je een ou-klank, dus moet er an voor.

 

 

 

a/an gebruik je…

I’m looking for a job. (I don’t have a specific job in mind)

There’s a gentleman to see you.

He’s a director. (There are lots of directors, he’s one of them.

Mars is a planet in the solar system. (There are lots of planets in the solar system)

I’m a teacher. He’s an architect.

the gebruik je…

the job advertised in the paper.

 als je verwijst naar een persoon of ding die je al eerder hebt genoemd.

It’s the man I told you about earlier.

He’s the director (There’s only one director in this company)

the earth goes around the sun (There is only one earth and only one sun)

I’ve come about the job. (It’s a particular job)

the gentleman, the men, the coffee