Op deze pagina wordt het berekenen van het verschil tussen twee positieve breuken met een positieve uitkomst uitgelegd en ga je er mee oefenen om te kijken of je het begrepen hebt.
In dit filmpje kun je de uitleg nog een keer bekijken hoe je de som en het verschil tussen 2 breuken berekent.
Voorbeeld opgave 1:
Bereken
Stap 1: maak gelijknamig met behulp van de kgv van de noemers. In dit geval kgv (3, 4) = 12
Stap 2:Als de teller van de tweede breuk kleiner is dan de teller van de tweede breuk én het gehele getal bij de tweede breuk is kleiner dan het gehele getal van de tweede breuk bereken je het verschil van de gehelen én het verschil van(de tellers van) de gelijknamige breuken. Die twee deelantwoorden tel je bij elkaar op
Stap 3: Indien mogelijk vereenvoudig je de breuk
Stap 4: Indien mogelijk haal je de helen uit de breuk.
Voorbeeld opgave 2:
Bereken
Stap 1: maak gelijknamig met behulp van de kgv van de noemers. In dit geval kgv (6, 8) = 24
Stap 2: In dit geval is de teller van de tweede breuk groter dan de teller van de eerste breuk en zul je 1 hele van de eerste breuk binnen de breuk moeten zetten
Stap 3: Indien mogelijk vereenvoudig je de breuk, dat kan hier niet, want er is geen ggd (19, 24) .
Stap 4: Indien mogelijk haal je de helen uit de breuk, dat kan hier niet.
Maak nu de oefenopgaven om zelf te oefenen.