In het artikel staat dat carbid een poreuze steensoort is.
In het artikel hebben ze het over ‘de juiste gas-luchtverhouding’.
Carbidschieten valt volgens het artikel officieel niet onder de vuurwerkwet. Hier zijn argumenten voor en tegen te bedenken.
In het artikel staat dat in Kampen op oudejaarsdag van 2007 een jongentje van 9 zwaar gewond is geraakt.
Klaas zegt dat hij door te bepalen hoeveel gas er ontstaat bij de reactie van het carbid kan berekenen hoeveel calciumcarbide er aanwezig is.
Uiteindelijk vindt Klaas het toch te veel werk om een dergelijke opstelling te bouwen en besluit de massa-afname van een reactievat met inhoud te bepalen. Deze massa-afname is het gevolg van het ontwijken van het gas dat ontstaat. Klaas gebruikt deze methode bij het bepalen van het massapercentage calciumcarbide in carbid. Klaas plaatst een erlenmeyer met 100 mL water op een balans en zet deze op 0,00 gram.
Vervolgens brengt hij op tijdstip t = 0 minuten een brok carbid in het water.
Klaas noteert iedere minuut de massa die de balans aangeeft. Van zijn resultaten maakt hij de volgende grafiek:
De hoeveelheid gas die ontwijkt is uit het diagram af te lezen. Met behulp van deze hoeveelheid is het massapercentage CaC2 in het onderzochte carbid te berekenen.
Het blijkt dat bij de reactie van 1 mol CaC2 ook 1 mol C2H2 ontstaat
Vera vindt haar broer maar een sloddervos en bedenkt een andere methode om het gehalte aan calciumcarbide te bepalen. Zij gaat dit doen door middel van een titratie met zoutzuur. Hierbij reageren de hydroxide-ionen uit het kalkwater dat bij de reactie ontstaat reageren met zoutzuur. Bij deze reactie ontstaat water.
Vera voert de volgende proef uit:
De verhouding waarin in OH- ontstaat uit CaC2 is 2:1.
De verhouding waarin in OH- ontstaat uit CaC2 is 2:1.