Verestering
In de vorige opdracht heb je een ester gemaakt. Een ester is, zoals je gezien hebt, een stof die gevormd wordt uit een alcohol en een zuur.
alcohol + zuur --> ester + water.
Deze reactie verloopt alleen met H+ als katalysator.
Bijvoorbeeld:
Hoe dit precies in zijn werk gaat, zie je in de volgende PowerPoint. De H+ katalysator is hierbij niet weergegeven.
Esters komen veel voor in het dagelijks leven. Naast geur- en smaakstoffen, komen esterverbindingen voor in oplosmiddelen voor lijm.
Het maken van een ester is een voorbeeld van een condensatiereactie. Een condensatiereactie is een reactie waarbij moleculen zo reageren, dat er grotere moleculen onstaan terwijl er een klein molecuul wordt afgesplitst. In dit geval ontstaat er een ester en wordt er een watermolecuul afgesplitst.
Hydrolyse
Hydrolyse
Het omgekeerde van een verestering is een hydrolyse. Hierbij valt een ester uiteen in een alcohol en een zuur. Voor deze reactie is water nodig. Daarnaast is voor deze reactie een katalysator nodig. H+-ionen zijn hier goed geschikt voor. In het lichaam wordt de hydrolyse van esters gekatalyseerd door enzymen.
Bekijk de volgende PowerPoint over hydrolyse. De H+ katalysator is hierbij niet weergegeven.
Opdracht 1: Esters tekenen
Gebruik het werkblad om de volgende opdracht te maken.
1. Schrijf de juiste namen onder de alcoholen en alkaanzuren.
2. Teken de esters die gemaakt worden.
Lever het document in bij je docent.
Opdracht 2: Esters
Geef de naam en de structuurformule van het alcohol en het zuur waaruit de volgende esters zijn opgebouwd.
Opdracht 3: Eigenschappen
Ethanol en butaanzuur zijn allebei hydrofiel.
1. Teken de ester van ethanol en butaanzuur.
2. Is deze ester hydrofiel of hydrofoob?