Niet-metaalatomen kunnen bindingen aangaan met andere niet-metaalatomen. Het aantal bindingen dat een niet-metaalatoom kan aangaan, noem je de covalentie. In deze opdracht ga je op twee manieren de covalentie van verschillende niet-metaalatomen afleiden.
Opdracht 2: Covalentie aan de hand van het periodiek systeem
Je kunt de covalentie van niet-metaalatomen ook bepalen aan de hand van het periodiek systeem.
Alle atomen willen graag lijken op edelgasatomen. Je kunt dan ook op basis van de plaats van een niet-metaalatoom in het periodiek systeem de covalentie van dat atoom afleiden. Alle edelgassen hebben namelijk 8 elektronen in de buitenste ring van de elektronenwolk. Dit noemen we de octetregel. Elk niet-metaalatoom wil 8 elektronen in de buitenste ring hebben. Een binding tussen 2 atomen bestaat uit 2 elektronen. Deze elektronen tel je mee voor de octetregel. Hoe dichterbij een elementgroep bij groep 18 staat, hoe meer elektronen deze 'van zichzelf al heeft'. Het aantal stappen tot 8 is de covalentie.
Bekijk nog even de covalenties van bovenstaande atomen en zoek op waar deze atomen in het periodiek systeem staan ten opzichte van de edelgassen. Welk patroon zie je?