De C-atomen van het suikerdeel van de nucleotide zijn genummerd. Daardoor is het makkelijker te zien op welke manier nucleotiden een polymeer vormen. Bekijk het volgende plaatje van een nucleotide. Dit is guanine, maar bij de andere nucleotiden is de opbouw van de C-atomen hetzelfde.
Terug naar de helix. Deze heeft een 3' uiteinde (spreek uit als 3 accent) en een 5' uiteinde. Dit is gebaseerd op de nummering van de C-atomen in de suiker. Het 5' uiteinde is het uiteinde van de keten waar nog een fosfaatgroep aan zit. Aan het 3' uiteinde van de keten zit het vrije 3' C-atoom.
Maak nu opgave 8 en 9, deze staan in je werkdocument.