6.5 Ruimtelijke bouw van moleculen (verdieping)

Doe-opdracht met de molecuulbouwdoos

Voor deze opdracht heb je je Binas en een molecuulbouwdoos nodig.

Beantwoord de vragen.

  1. Welke bindingen in deze moleculen zijn polaire bindingen?
  2. Zoek in Binas-tabel 54 op wat de bindingshoeken zijn in deze moleculen. Klopt dit met jouw model?
  3. Waarom is CO2 een lineair molecuul en H2O niet? Om deze vraag te beantwoorden heb je onderstaande gegevens nodig.

 

Wel of niet lineair

 

 

De elektronenparen die niet worden gebruikt voor bindingen zijn wel negatieve ladingen. Deze drukken de elektronen van de atoombindingen (in bijvoorbeeld water) als het ware opzij. Hierdoor ontstaat een niet-lineaire structuur.

 

De VSPER-methode

 

 

 

De VSPER-methode bestaat uit een aantal regels om de vorm van een molecuul te voorspellen:

 
  1. Tel het aantal atomen dat direct is gebonden aan het centrale atoom.
  2. Tel hierbij op: het aantal niet-bindende elektronenparen van het centrale atoom.
  3. Het totaal van 1+2 is het omringingsgetal.
  4. Het omringingsgetal geeft de ruimtelijke structuur aan.

omringingsgetal 2
Er is er sprake van een lineaire structuur.

 

omringingsgetal 3
Er is sprake van een gelijkzijdige driehoek.

 

 

 

 

 

 

omringingsgetal 4
Er is sprake van een tetraëder.

 

 

 

 

 

 

Controleer deze regels met de moleculen van de doe-opdracht.

Portfolio 6.6

 

  1. Teken/bouw de structuurformules van de volgende stoffen. Geef met pijltjes en de tekens δ+ en δ- de polaire atoombindingen aan. Zoek eventueel op internet de molecuulformule/structuurformule op.
    1. ethanol
    2. hexaan (C6H14)
    3. fosfortrifluoride
    4. waterstofcyanide (HCN)
    5. tetrachloormethaan (CCl4)
  2. Boor en fosfor kunnen beide een verbinding met fluor aangaan: BF3 en PF3. Boor en fosfor hebben ongeveer dezelfde elektronegativiteit. Toch is het BF3 molecuul geen dipool en het PF3 wel. Wat kun je zeggen over de ruimtelijke bouw van deze twee moleculen?
  3. Sommige moleculen met de formule C3H6F2 hebben een dipool, andere niet. Teken de structuurformule van een molecuul met een dipool en een molecuul zonder een dipool.
  4. Welk omringingsgetal hebben de volgende moleculen? Verklaar je antwoord.
    1. CF4
    2. NF3
    3. OF2
  5. De moleculen H2O en SO2 bestaan beide uit drie atomen. De bindingshoek van H2O is 104,5o terwijl die in SO2 maar liefst 119,5o is. Geef een verklaring voor dit grote verschil.