7.9 Afsluiting

Reflectie

Je hebt geleerd:

Portfolio 7.9

 

Herformuleer de leerdoelen (zie hierboven) als vragen en werk de antwoorden op die vragen uit in je portfolio.
 
Oefenopdrachten
  1. Geef de formules van de volgende zouten:
    1. natriumjodide
    2. kaliumsulfide
    3. kwikbromide
    4. ijzer(II)oxide
    5. kobalt(II)fluoride
  1. Geef de namen van de volgende zouten:
    1. Na2S
    2. Al2O3
    3. Cr2O3
    4. CuF
    5. Ca(OH)2
    6. BaSO4
  1. Vlugzout is een ouderwetse stof om bewusteloze mensen weer bij te brengen. Heel soms kom je vlugzout nog in een boek tegen.
    1. Zoek in Binas op wat de naam en formule is van dit zout.
    2. Zoek op Wikipedia op hoe dit zout kan worden gemaakt (gesynthetiseerd).
  1. Cyaankali is een witte vaste stof. Het is bijzonder giftig. Toch komt cyaankali ook voor in amandelen. Zoek in Binas op wat de naam en formule is van dit zout.
  1. Gootsteenontstopper noemen we ook wel caustische soda.
    1. Zoek in Binas op wat de naam en formule is van dit zout.
    2. Geef de oplosvergelijking van deze stof.
  1. We voegen een oplossing van bariumchloride bij een oplossing van natriumsulfaat.
    1. Noteer de deeltjes die voor de reactie aanwezig zijn.
    2. Welke combinatie van ionen levert een slecht oplosbaar zout op? Maak een (mini)tabel.
    3. Geef de neerslagvergelijking.
    4. Welke ionen zijn na filtratie van het neerslag (zeker) nog in het filtraat aanwezig?
    5. Geef de vergelijking voor het indampen van het filtraat.
  1. Doe hetzelfde als bij vraag 6 maar nu met een oplossing van aluminiumnitraat en kaliloog.
  1. Een leerling moet de stof nikkelcarbonaat hebben voor een experiment, maar dit is niet aanwezig. Hoe kan de leerling toch dit zout verkrijgen binnen een lesuur?
  1. Er staan twee flessen in het laboratorium. De ene fles bevat calciumchromaat en de andere fles magnesiumpermanganaat.
    1. Geef de oplosvergelijkingen van deze zoutoplossingen.
    2. Welke kleur hebben de oplossingen? Maak gebruik van tabel 65.
    3. Wat zal er gebeuren als beide oplossingen bij elkaar komen?
    4. Welke kleur heeft het mengsel bij c?
  1. Na een practicum met koper(II)sulfaat wordt al het afval verzameld in een afvalvat. De TOA gaat het koper terugwinnen, want dit is een zwaar metaal en mag niet zomaar worden weggespoeld. Hoe kan de TOA het koper verwijderen uit het afval?
  1. Er staat een kleurloze oplossing klaar en je moet vaststellen welk zout daarin aanwezig is. De volgende drie proeven worden gedaan:
    • Bij toevoegen van een natriumchloride-oplossing ontstaat een neerslag.
    • Bij toevoegen van een natriumsulfaatoplossing ontstaat een neerslag.
    • Bij toevoegen van een bariumnitraatoplossing ontstaat geen neerslag.
      Welk zout kan hier aanwezig zijn? Licht je antwoord toe met behulp van een reactievergelijking.
  1. Pokon is kunstmest voor kamerplanten. Dit kan ammoniumfosfaat of ammoniumnitraat bevatten. Hoe kun je dit onderzoeken? Licht je antwoord toe met stofnamen en (een) reactievergelijking(en).
Diagnostische toets

Ga in het menu links naar 'Opdrachten en Toetsen' en maak de diagnostische toets van hoofdstuk 7.