4.9 Naamgeving moleculen

Molecuul - en structuurformules

 
Moleculaire stoffen kunnen met molecuulformules en structuurformules beschreven worden. Daarnaast hebben moleculaire stoffen systematische namen. De naam van een moleculaire stof geeft aan hoeveel van welk atoom het molecuul bevat. Met behulp van de naam van een moleculaire stof kan de molecuulformule worden afgeleid en andersom.

De hoeveelheid atomen wordt in de formule aangegeven met een indexgetal na het atoomsymbool,
maar in de naam met een Grieks telwoord voor het atoom. Het atoom dat in de chemische naam op de achterste plek staat krijgt het achtervoegsel -ide.

 

HCl wordt dan waterstofchloride
NBr3 wordt stikstoftribromide
Zuurstof wordt oxide en zwavel sulfide.

de telwoorden (staan ook in Binas)

1 = mono        
2 = di
3 = tri
4 = tetra
5 = penta
6 = hexa
7 = hepta
8 = octa
9 = nona
10 = deca

Het telwoord mono wordt alleen toegepast als er anders verwarring mogelijk is,
bijvoorbeeld bij koolstofdioxide en koolstofmono-oxide.

Portfolio 4.5

 

  1. Bepaal de covalentie van ....
    1. fluor
    2. selenium
    3. silicium
    4. element 117 (ununseptium)
  2. Teken de structuurformules van de volgende stoffen. Dat kan bijvoorbeeld in Paint, of gewoon met pen en papier waarna je de tekening inscant of fotografeert. Houd rekening met de verschillende covalenties.
    1. HBr
    2. CH4
    3. C2H4
    4. NH3
    5. CH2O
    6. H2S
  3. Geef de chemische naam van
    1. H2Se
    2. OF2
    3. N2O4
    4. SO3
    5. N2O
    6. CS2