3.6 Antwoorden

Opdracht 1

  1. Het blozen van Marieke is wel gedrag.
  2. Het lokken, vangen en verteren van insecten door zonnedauw is geen gedrag.
  3. Een voorbeeld van een ethologisch, correcte beschrijving van het gedrag van de kat: ‘de kat kijkt de hond aan’.
  4. De prikkel is de alarmroep van een ouder. De respons is het zich plat tegen de grond drukken.

 

Opdracht 2

  1. Zigzagdans: het mannetje stekelbaarsje begint in de buurt van het vrouwtje zigzaggend te zwemmen.
  2. ♀ nadert territorium ⇒  ♂ zigzagdans ⇒ ♀ baltshouding ⇒ ♂ zwemt naar nest ⇒ ♀ volgt mannetje ⇒ ♂ gaat op zijn zij liggen met kop bij nestingang ⇒ ♀ gaat nest binnen ⇒ ♂ siddert ⇒ ♀ zet eieren af en verlaat nest ⇒ ♂ kruipt door nest en bevrucht eieren.
  3. Antwoord ter goedkeuring van docent.

 

Opdracht 3

  1. Een merelvrouwtje reageert niet op de balts van een mannetjeslijster, doordat ze de signalen van de balts niet ‘herkent’. De kenmerken zijn bepalend voor een soort.
  2. Midden in een territorium is de motivatie voor aanvalsgedrag groter dan die voor vluchtgedrag. Een mannetje zal midden in zijn territorium geen dreiggedrag vertonen, maar zal de indringer trachten te verjagen.
  3. De ‘zigzagdans’ van een stekelbaarsje bevat zowel elementen van aanvalsgedrag als van vluchtgedrag. Het bevat elementen van verschillende gedragssystemen, waarbij voor beide gedragssystemen een even sterke motivatie bestaat.
  4. Het gedrag van een tennisser die na het missen van een belangrijke bal met zijn racket op de grond slaat, kun je omgericht gedrag noemen. De agressie van de tennisser wordt niet op zichzelf of op de tegenspeler gericht, maar wordt afgereageerd op de racket.

 

Opdracht 4

  1. Bij het nachtpauwoogmannetje is de voortplantingsdrang (hormonen) de inwendige factor en de geurstof de uitwendige factor.
  2. Bij de jachtluipaard die net heeft gegeten, komt geen jachtgedrag tot stand als hij een prooi ziet, doordat de motivatie (honger) ontbreekt.
  3. Grotendeels door leerprocessen. Als het gedrag grotendeels was bepaald door erfelijke factoren zouden (vrijwel) alle chimpansees dit gedrag vertonen.