7.1 Grenswaarden en ppm's

Grenswaarden en PPM’s

In ons milieu komen allerlei schadelijke stoffen voor. Die worden geproduceerd tijdens uiteenlopende processen waarbij stoffen met elkaar reageren. Een voorbeeld is het kopieerapparaat, waarbij ozon geproduceerd wordt of een zwembad waar chloorgas in de lucht aanwezig is.

Ozon en chloor zijn schadelijk voor je gezondheid. Daarom is bepaald hoeveel mg van deze stoffen maximaal aanwezig mag zijn in 1,0 m3 lucht. Dat noem je de grenswaarde van een stof. In Binas tabel 97 kun je van een aantal gevaarlijke stoffen de grenswaarde opzoeken. Je vindt nog meer gegevens over de giftigheid van een aantal stoffen.

Een vaak gehanteerde eenheid voor gassen is ppm: parts per million. Voor vaste stoffen (in de context van luchtvervuiling ook wel fijnstof genoemd) is de eenheid meestal mg m-3. Parts per million (ppm) valt in hetzelfde rijtje als procent ("per honderd") en promille ("per duizend"). Dat wil dus zeggen dat 1 ppm één deel in 1.000.000 is, ofwel duizend keer zo weinig als een promille. Net als bij massapercentage en volumepercentage kun je spreken over massa-ppm en volume-ppm. De (dimensieloze) eenheid ppm wordt vooral veel gebruikt om lage concentraties aan te duiden in de scheikunde en dan in het bijzonder binnen de toxicologie (giftigheidsleer) en de milieukunde. Als je bijvoorbeeld 1 liter (ca. 1 kg, 1.000 g) water drinkt dat met 1 massa-ppm lood verontreinigd is, krijg je in totaal 1 milligram (0,001 g) van het zware metaal naar binnen, oftewel 1 mg lood per 1.000.000 mg water. Grenswaarden van verontreinigingen worden zoals gezegd dikwijls in ppm's uitgedrukt of in eenheden die nog kleiner zijn, zoals ppb (parts per billion).

In een overzichtelijk rijtje:

· 1 procent = 10-2

· 1 promille = 10-3

· 1 ppm = 10-6

· 1 ppb = 10-9

 

 

Lever je volledig gemaakte werkdocument in via de onedrive, IL of op papier. Vraag aan je docent wat de bedoeling is!