De lidwoorden zijn de woorden: de, het, een.
Lidwoorden horen bij zelfstandige naamwoorden: de klas, het bureau, een school. De lidwoorden de en het geven aan of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. We noemen de lidwoorden de en het daarom bepaalde lidwoorden (blw). Het lidwoord een mag je bij alle zelfstandig naamwoorden gebruiken, we noemen dit een onbepaald lidwoord (olw).
Oefening 1: welk lidwoord past bij dit woord?
Oefening 2: Vul 'de' of 'het' in.
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een mens, dier, plant of voorwerp aanduidt. Ook alle eigennamen zijn zelfstandige naamwoorden, zoals: Piet, Robert de Groot, Nederland, Alpen, Middellandse Zee, Andreas College.
Het zelfstandig naamwoord: mediepladi (mensen, dieren, planten, dingen).
Laten we gaan oefenen:
Oefening 5 (deze oefening is op havoniveau)
Ga nu verder met de les over werkwoorden (Kies uit het menu links in beeld het kopje werkwoorden).