blw-olw-bn-zn-ww.
Weet je nog waar de afkortingen voor staan?
Maak dan nu de oefening.
Voorzetsels (vz):
geven een reden (vanwege, wegens, om, door)
De meeste voorzetsel kun je plaatsen voor de woorden het kooitje of de kast. Maar je mag ook de
woorden het schoolfeest gebruiken.
Voorbeelden:
Let op:
Soms heb je niet te maken met een voorzetsel maar met een scheidbaar werkwoord. Dan bestaat het werkwoord uit twee delen:
Na en op zijn in deze zinnen geen voorzetsels, maar ze horen gewoon bij het werkwoord!
Ga nu naar Stercollecties.