Voor de leerkracht

Webquest voor groep 5 en 6. 

 

~De doelen van de activiteiten~

 

Het maken van de muurkrant (en planeet op schaalmodel)

-> De leerlingen kunnen onderzoek doen naar een planeet.

-> De leerlingen kunnen vertellen over de eigenschappen van een planeet.

-> De leerlingen kunnen samenwerken en de taken eerlijk verdelen.

 

Het schrijven van de brief (evaluatieopdracht)

-> De leerlingen kunnen vertellen wat ze tijdens het project hebben geleerd.

-> De leerlingen schrijven de brief en maken daarbij gebruik van de opties van Word (cursief, dikgedrukt, onderstreept en de uitlijningen).

 

Algemene doelen

-> De leerlingen kunnen samenwerken en de taken eerlijk verdelen.

-> De leerlingen kunnen hun muurkrant presenteren.

-> De leerlingen gaan verantwoordelijk met de spullen om.

-> De leerlingen moeten elkaar beoordelen en gaan hierover in gesprek. 

-> De leerlingen zijn bezig met taal doordat zij moeten (begrijpend) lezen en tekstjes schrijven.

 

Het kerndoelen die hierbij horen zijn:

Kerndoel 42: De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.

Kerndoel 46: De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt.

 


~Klassenmanagement~

De opdrachten worden in tweetallen uitgevoerd. Per tweetal is er een computer tot hun beschikking. Op de thematafel ligt een groot aantal boeken (van de bieb of van leerlingen) en andere benodigdheden die gebruikt kunnen worden. 

De leerkracht loopt rond en is vooral bezig met observeren. Je bemoeit je verder niet met de leerlingen. Het is hun opdracht en ze kunnen hier zelfstandig mee aan het werk. 

 


~Beoordelingsformulier leerkracht~

  G         V         O         Toelichting                             

1. Zijn alle onderdelen uitgevoerd?

 

       

2. Zijn de gegevens op de muurkrant juist?

 

       

3. Is de informatie goed gespresenteerd?

 

       

4. Is de brief duidelijk geformuleerd?

 

       

5. Hoe verliep de samenwerking?