|
|
|
In deze module staan de stijlperiodes Middeleeuwen, Renaissance en Barok centraal.
- Aan het eind van deze module kun je bijbehorende begrippen duiden en waar mogelijk linken aan een stijlperiode.
- Je kunt diverse instrumenten herkennen en benoemen en waar mogelijk linken aan een stijlperiode.
- Je kunt de stijlperiodes van elkaar onderscheiden en met argumenten aangeven waarom bepaalde muziek bij een stijlperiode hoort.
- Je kunt diverse begrippen benoemen die te maken hebben met Tempo, Dynamiek en Uitvoeringspraktijk (speelwijzen en articulatie).