De volgende 12 begrippen moet je kennen en ook kunnen herkennen in het notenbeeld.
Bourdon | De bas in de begeleiding speelt langere tijd een kwint als samenklank |
---|---|
Fermate teken | Dit is een teken dat staat boven of onder een noot of rust in de vorm van een boogje met een punt erin. Het fermate teken geeft aan dat een noot of rust iets verlengd mag worden |
Homofonie | Meerstemmigheid waarbij één hoofdstem door één of meer andere stemmen begeleid wordt of alle stemmen zijn ritmisch ongeveer gelijk. |
Polyfonie | Meerstemmigheid van twee of meer stemmen met elk een eigen onafhankelijke melodie |
Imitatie | Een eerder gespeelde of gezongen melodie in een polyfone compositie wordt door één of meer andere stemmen nogmaals uitgevoerd. |
Legato | Gebonden (de tonen worden met elkaar verbonden) > verbindingsboogjes tussen de noten. |
Staccato | Kort (de tonen worden kort, gescheiden van elkaar gespeeld) > puntjes boven of onder de noten. |
Orgelpunt | Een lang aangehouden of herhaalde toon waar de andere stemmen vrij omheen bewegen. |
Parallelle beweging | De toonhoogte van twee of meer melodieën bewegen zich in dezelfde richting. |
Tegenbeweging | De toonhoogte van twee of meer melodieën bewegen zich in tegengestelde beweging. |
Sequens | Een aantal herhalingen van een motief op een andere toonhoogte. |
Unisono | Eenstemmig. Alle stemmen spelen dezelfde melodie eventueel met een octaaf verschil |