Opdracht

Wat heb je nodig:

Je begint met de aardappel:
- Teken eerst de buitenkant van een aardappel. Teken met een potlood en kleur het in met kleurpotloden. 
- Snij de aardappel daarna doormidden. Teken wat je ziet: weer met potlood en inkleuren met kleurpotlood. 
- Schrijf wat je ziet naast de tekening en wijs aan met pijlen. 

Gebruik de woorden: schil, harde binnenkant, wortels, uitlopers.

Daarna doe je hetzelfde met een ui:
- teken eerst de buitenkant,
- snij doormidden en teken de binnenkant,
- schrijf erbij wat je ziet en wijs aan met een pijl.

Gebruik de woorden: schil, wortels, rokken, knop (het jonge plantje).
 

 

Werkblad 'aardappelknol en uienbol'