Het gebit is opgebouwd uit verschillende 'elementen'. We spreken van een element wanneer we een tand of kies bedoelen; dit is een professionele benaming, die in de praktijk ook gebruikt wordt naar klanten toe (in je uitleg, nazorg etc.).
Er is een verschil in de elementen die voorkomen in het melkgebit, zoals we dat bij de jonge dieren vinden, en in de elementen waaruit het volwassen gebit is opgebouwd.
Daarnaast bevat een element op zichzelf ook een anatomische opbouw.
Opdracht 1
De onderstaande link bevat een animatie-opdracht over de anatomie van de tand. Voer deze eerst uit.
Opdracht 2
Beantwoord de onderstaande vragen m.b.t. de elementen:
1. Welke elementen bevat het melkgebit? Geef zowel de Nederlandse als de latijnse benaming weer.
2. Welke elementen bevat het volwassen gebit? Geef ook hier zowel de Nederlandse als de latijnse benaming weer.
3. a. Probeer de woorden bij volgende figuur op de juiste plek in te vullen, ZONDER de informatie op te zoeken.
b. Het parodontium is het steunelement van je tand of kies en een heel belangrijke anatomische structuur als we het hebben over
het gebit in de diergeneeskunde. Uit welke onderdelen is het parodontium opgebouwd?
Pas nadat je alles hebt ingevuld ga je de onderstaande video's bekijken en pak je de reader 'Goed gebekt' erbij, om te
controleren of het klopt wat jij verwacht had.
Opdracht Anatomische bouw van een element
Controlevideo's:
Opdracht 3
De beide onderstaande link is eveneens een animatie-opdracht. Deze opdracht heeft betrekking tot de tandformules. Tandformules geven schematisch weer uit welke en hoeveel elementen het gebit bestaat. Het is natuurlijk van belang dat je als assistente weet of een gebit compleet is of niet. Misschien zul je puppyconsulten gaan doen op jouw praktijk en ga jij hierbij o.a. het gebit en het wisselen controleren. Ook als je een gebitsreiniging uitvoert moet je dit herkennen, om o.a. afwijkingen die duiden op wortelrestanten te kunnen herkennen en de gebitskaart na afloop juist in te kunnen vullen.
Voer de opdracht uit en noteer de tandformules van de verschillende diersoorten.
Tandheelkunde bij dieren: de tandformule
Bij een normale occlusie (stand van de boven- en onderkaak ten opzichte van elkaar) wordt gesproken van een schaargebit. Bij een schaargebit is de stand van de tanden optimaal. Malocclusie maakt een hond of kat gevoeliger voor het ontwikkelen van tandplaque en tandsteen. Er zijn verschillende vormen van malocclusie:
Opdracht 4
Wat is de officiele benaming voor een bovenvoorbijter? En voor een ondervoorbijter? Zoek uit bij welke rassen deze afwijkende occlusies veel voorkomen (soms al bijna als normaal beschouwd). Wat zegt dit over de erfelijkheid van deze afwijkingen? Wat wil dat zeggen in de hondenfokkerij?
Opdracht 5
Maak de vragen in het volgende document:
Uiteraard zijn ook de latijnse benamingen bij de anatomie van het gebit weer van toepassing. Hierover gaan de volgende Powerpoint (deze zal in de les gepresenteerd worden):
Thuisopdracht bij onderstaand document
Misschien heb je op je stage of in de praktijklessen op school al eens de bek en mondholte van een dier bekeken. In het onderstaande document wordt aangegeven hoe je het dier hoort te hanteren/fixeren wanneer je dit doet. De link naar het filmpje die erboven staat, laat zien hoe je dit praktisch uitvoert bij een kat. Het is natuurlijk heel belangrijk voor een assistente om de mondholte van een dier veilig en goed te kunnen inspecteren wanneer je een behandeling wilt adviseren, om eigenaren goed voor te kunnen lichten na een gebitsbehandeling etc. Dit moet je ook kunnen laten zien op je praktijktoets.
Oefen het openen van de bek bij hond en kat, zoals beschreven in dit document (dit is dus de juiste manier, die je later in de praktijk dient te gebruiken).
Heeft jouw hond/kat een normale occlusie? Maak evt. een foto om in de les te bespreken!
Bekinspectie bij de kat (video) https://www.youtube.com/watch?v=04WG1LLqGXI
Openen van de bek voor gebitsinspectie bij hond en kat
Presentatie opdracht:
Je gaat de opdracht in het onderstaande document uitvoeren. Dit is een presentatie opdracht in groepjes van 3. Per groepje krijg je een diersoort toegewezen die je gaat uitwerken en presenteren. Uiteraard is dit stof voor de toets.