Inleiding

Tandheelkunde is in de afgelopen tien jaar een steeds belangrijker onderdeel van de diergeneeskunde geworden. Een gezond gebit en een gezonde mondholte zijn voor een dier net zo prettig en belangrijk als voor een mens. Gebitsproblemen veroorzaken tandpijn, een onfrisse geur uit de mond en verlies van gebitselementen (er wordt tevens gesteld dat onder andere hartproblemen en nierproblemen het gevolg zijn van ontstekingen rondom de gebitselementen, maar dit is nooit bewezen).

Een dierenartsassistent speelt bij de preventie van deze ziekten een heel belangrijke rol. Hij of zij is vaak degene die in de gelegenheid is om uitgebreid met een cliënt te praten en uitleg te geven over vele aspecten die met het gebit en de gebitsverzorging te maken hebben. Uitleg over het melkgebit, het tijdstip van wisselen en over het volwassen gebit, is voor een eigenaar belangrijke informatie. Ook over preventie van tandvlees- en tandaandoeningen zul je als dierenartsassistent uitvoerig met de cliënt moeten spreken. Een uitgebreide uitleg maakt de eigenaar van een huisdier bewust van wat er zich in de bek van zijn huisdier allemaal afspeelt, waardoor hij gemotiveerder zal zijn er aan bij te dragen het gebit zo gezond mogelijk te houden.

Toch komt het vaak voor dat de preventie, bijvoorbeeld door tandenpoetsen, onvoldoende is. Daardoor kan, als gevolg van tandplaque en tandsteen, een ontsteking van het tandvlees en de overige omringende structuren van de tand ontstaan. Dan is een professionele gebitsreiniging onder narcose nodig. Als dierenartsassistent kun je zo’n reiniging, na het verkrijgen van de juiste opleiding, zelfstandig uitvoeren.

 

Dit leerarrangement dient ter ondersteuning van het theoriedocument 'Goed gebekt' (onderstaande document, staat tevens op intranet).