Afsluiting: wat is er nodig om te groeien?

Je gaat 3 proefjes doen met tuinkerszaad. De opdrachten staan op het werkblad.

Dit heb je nodig:

Werkblad wat heeft een plant nodig

Proef 1

Vul twee schotels met watten en strooi er tuinkerszaad overheen.
Maak op schotel 1 de watten vochtig.
Zet de schotels naast elkaar, zorg dat de plek voor beide schotels even licht en even warm is.
De watten op schotel 1 moeten vochtig blijven, geef ze af en toe een beetje water. 

Wat denk je dat er gaat gebeuren? Laat de schotels 3 dagen staan. Wat is er gebeurd? Klopt het met wat je dacht? 

Proef 2

Vul twee schotels met watten en strooi er tuinkerszaad overheen.
Maak op allebei de schotels de watten vochtig.
Zet een schotel op een lichte plek (bijvoorbeeld op de vensterbank) en de andere schotel op een donkere plek (bijvoorbeeld in een kast).
Zorg dat de plek voor beide schotels ongeveer even warm is en dat ze geef af en toe een beetje water.

Wat denk je dat er gaat gebeuren? Laat de schotels 3 dagen staan. Wat is er gebeurd? Klopt het met wat je dacht?

Proef 3

Vul twee schotels met watten en strooi er tuinkerszaad overheen.
Maak op allebei de schotels de watten vochtig.
Zet een schotel op een warme plek (bijvoorbeeld bij de verwarming) en de andere schotel op een koele plek.
Zorg dat de plek voor beide schotels ongeveer even licht is en ze geef af en toe een beetje water.

Wat denk je dat er gaat gebeuren? Laat de schotels 3 dagen staan. Wat is er gebeurd? Klopt het met wat je dacht?