Oefening bij onderdeel 2
We gaan nu oefenen met het rekenen met snelheid, afstand en tijd.
De snelheid kun je meten in km/h (km per uur) en m/s (meter per seconde)
- Als je met de snelheid in km/h rekent, moet je in de formule wel de tijd in uren en de afstand in km invullen!
- Als je met de snelheid in m/s rekent, moet je in de formule de tijd in seonden en de afstand in m invullen!
- Soms moet je dus eerst de tijd of de afstand omrekenen, daarom hebben we geoefend met het metriek stelsel!