Vlammen.

Er zijn verschillende vlamsoorten. Er zijn gele vlammen en blauwe vlammen. Als je een vlam goed bekijkt dan zie je een gloeiend gas. Zoals in het plaatje hiernaast is aangegeven. Je ziet bij bijvoorbeeld een kaars ook nooit de lont branden, alleen het gas eromheen. In de gas of dampzone is alleen gasvormig kaarsvet aanwezig, dat is nog niet heet genoeg om te ontbranden. In de lichtgevende zone en de verbrandingszone brandt het gasvormige kaarsvet wel. 

 

 

Gele en blauwe vlammen verschillen van elkaar. Gele vlammen ontstaan bij een onvolledige verbranding er ontstaat dan ook altijd roet. Blauwe vlammen ontstaan bij een volledige verbranding.

De verschillende vlamsoorten.

Je weet dus dat een blauwe vlam ontstaat bij een volledige verbranding. Maar is zo een blauwe vlam dan ook warmer dan een gele vlam, zo ja hoeveel dan? Daar kom je achter als je het onderstaande practicum doet.

Practicum vlamtemperatuur