De docent geeft een kaartje, met daarop een bijvoorbeeld: plaatsen, personen, liedjes enz.
De leerling vult dit kaartje zelf naar eigen wens verder in. En dat laat je niet aan de anderen zien.
De leerling geeft een korte omschrijving van dit woord, zonder het woord te noemen. Vervolgens kun de groepsgenoten vragen stellen en proberen de naam te raden.
De leerling die het woord goed geraden heeft, is nu aan de beurt en gaat door met een woord van zijn eigen kaartje.