De Romeinen noemde een fort een 'castellum'. Een castellum had straten. Om het castellum lag een muur en een gracht. Buiten de castellums werden stenen wegen gemaakt.
Door middel van deze wegen kon je van het ene naar het andere castellum komen. Over deze wegen kwamen handelaren uit allerlei landen. Ze brachten mooie sieraden en aardewerk mee. Ze verkochten ook wapens en werktuigen.