3. Werkwijze

Zorg dat je een blaadje voor je hebt en een potlood/pen. Je gaat zometeen een paar vragen beantwoorden over de vlinder. De bronnen die je kunt gebruiken staan bij 'bronnen' (stap 4). Als je het antwoord op de vraag hebt gevonden, dan schrijft je dat eerst op je blaadje, later in een Word-bestand. Deze vragen moet je beantwoorden junior-bioloog:

1. Onder welke diersoort valt de vlinder?

2. Hoe wordt het eitje een vlinder?

3. Wat is het allereerste dat een rups eet?

4. Noem minstens drie dag en nachtvlinders?

6. Hoeveel graden moet het zijn voordat de vlinder kan vliegen?

7. Zoek een mooie plaatje van één vlinder op.

Heb je de vragen beantwoord? Dan schrijf je in het net een de antwoorden in een (kort) verhaal. Het verhaaltje moet met mooie, lopende zinnen worden geschreven en niet alleen antwoorden op de vragen. Als jezelf extra informatie hebt gevonden is dat helemaal mooi! Het verhaaltje schrijf je in een Word-bestand. Het plaatje van de vlinder doe je ook in je Word-bestand.