Stap 1. Lees de opdrachten goed door.
Stap 2. Beantwoord de opdrachten kort en duidelijk op het papier dat je gekregen hebt.
Stap 3. Bij elke opdracht staat een informatiebron die jullie kunnen gebruiken. Dit is een tekst of een filmpje.
Stap 4. Als je de zeven vragen hebt beantwoord, begin je met de eindopdracht.
Stap 5. De eindopdracht schrijf je ook op het papier dat je hebt gekregen en lever je in.
Opdracht 1.
Hoogveenlandschap
Bron: http://www.schooltv.nl/video/landschap-hoogveen-slootje-graven-bootje-varen/#q=landschap Vraag: Waarom werden bolster en zandgrond vermengd?
Opdracht 2.
Laagveenlandschap
Bron: http://www.schooltv.nl/video/landschap-laagveen-veeteelt-en-plassen/
Vraag: Laagveenlandschap ligt onder de zeespiegel. Wat betekent dat?
Opdracht 3.
Duinlandschap
Bron: http://www.schooltv.nl/video/ontstaan-van-duinen-zee-wind-en-planten/
Vraag: Waarom zijn duinen zo belangrijk?
Opdracht 4.
Lösslandschap
Bron: http://www.geologievannederland.nl/landschap/landschapsvormen/loss
Vraag: Wat is het verschil tussen dekzand en löss?
Opdracht 5.
Rivierkleilandschap
Bron: http://www.schooltv.nl/video/ontstaan-van-het-rivierkleigebied-waarom-zit-er-een-bocht-in-een-rivier/
Vraag: Wat bedoelt men in het filmpje met een ‘kom’?
Opdracht 6.
Zeekleilandschap
Bron: http://www.geologievannederland.nl/landschap/landschappen/zeekleilandschap
Vraag: Waarom is zeekleilandschap erg geschikt voor landbouw?
Opdracht 7.
Zandlandschap
Bron: http://www.schooltv.nl/video/het-ontstaan-van-stuwwallen-overblijfselen-uit-de-ijstijd/
Je weet dat bij het zandlandschap stuwwallen belangrijk zijn.
Vraag: In welke tijd zijn de stuwwallen ontstaan?
Eindopdracht
Je hebt nu over alle landschappen die in Nederland voorkomen, een filmpje gezien of een tekst gelezen. Nu ga je de eindopdracht maken in je schrift. Denk bij het schrijven van je antwoorden ook aan de spelling, want tijdens de les Nederlands is afgesproken dat bij ieder vak gelet gaat worden op het taalgebruik. Beantwoord voor de eindopdracht de volgende vragen:
Ben je klaar? Laat je schrift even bij de docent zien zodat hij of zij kan controleren of je goed bent voorbereid op het SO.