Ik kan vertellen welk weerbericht bij de herfst hoort.
Ík kan uitleggen hoe je de wind, temperatuur en regen kunt meten.
Ik kan vertellen wat dieren doen in de herfst : vogels, regenworm, spinnen.
Ik kan uitleggen waarom dieren een wintervoorraad aanleggen.
Ik kan uitleggen waarom veel bomen in de herfst hun blad verliezen.
Ik kan vertellen hoe zaden verspreid worden.
Ik kan de verschillende delen van een paddenstoel benoemen.