Voedingsstoffen zijn de stoffen waaruit ons voedsel is opgebouwd.
De voedingsstoffen moeten ons voorzien in:
de energiebehoefte in rusttoestand, tijdens groei en spierarbeid. Dit zijn de vetten, koolhydraten en eiwitten.
de behoefte aan bouwstoffen voor de groei en de instandhouding van lichaamscellen. Dit zijn de eiwitten, mineralen en water.
de regulering van stofwisselingsprocessen. Dit zijnmineralenenvitamines.
Belangrijk aan voeding is:
De voedingswaarde. Wat betekenten de voedingsmiddelen, gerechten en maaltijden voor ons lichaam, wat heeft ons lichaam nodig? Deze waarde is afhankelijk van de soort voeding, hoeveelheid en de onderlinge verhouding van de bestanddelen of ingredienten.
De genotswaarde. Denk aan de aantrekkelijkheid waardoor de eetlust wordt opgewekt; smaak, geur, kleur, consistentie en presentatie.
De verteerbaarheid en de verzadigingswaarde. De mate waarin het wordt afgebroken in ons spijsverteringskanaal tot absorbeerbare stoffen. De verzadigingswaarde heeft te maken met de duur van het afbrakproces en is groter naarmate de afbraak langzamer plaatsvindt. M.a.w. wanneer komen de stoffen vrij voor gebruik in ons lichaam.