Theorie invullen Dierenpaspoort

Wanneer een eigenaar met zijn dier bij de DAP komt voor een inenting word er ook altijd een paspoort ingevuld. In dit paspoort staan alle gegevens van het dier, welke inentingen het dier wanneer gehad heeft en wanneer het dier weer opnieuw inge-ent moet worden. Tevens staat in het papsoort (indien aanwezig) het chipnummer en staan de contactgegevens van de eigenaar in het papsoort.

Het is de taak van de dierenartsassistente om het paspoort correct in te vullen. In onderstaande filmpje kun je zien hoe je op de correcte wijze het paspoort invult en wat jij als assistent mag invullen en wat de dierenarts in moet vullen.

Dankzij vaccinatie van onze huisdieren zijn ernstige virale ziektes ingedijkt waardoor de levensverwachting en levenskwaliteit van onze huisdieren de afgelopen decennia sterk is toegenomen. Zo blijkt uit onderzoek dat gedurende de 40 jaar waarin honden worden gevaccineerd ziekte en sterfte door virussen waartegen gevaccineerd kan worden spectaculair is afgenomen ["Forty years of canine vaccination" M.J. Appel 1999]. Het voornaamste doel van vaccinatie is dus om ziekte en sterfte door besmettelijke ziekten te voorkomen en onze huisdieren gezond te houden.

Vaccinatie heeft echter niet alleen tot doel de individuele gezondheid van het dier te beschermen. Door huisdieren te vaccineren worden ook andere dieren beschermd. Dit noemen we populatieimmuniteit. Een gevaccineerd huisdier kan bij een infectie met het virus de ziekte niet of slechts in geringe mate naar onbeschermde dieren verspreiden. Hierdoor circuleren verschillende virussen ten opzichte van vroeger veel minder en worden bijbehorende ziektes tegenwoordig minder dan vroeger gezien. Voorwaarde voor een sterke populatieimmuniteit is echter wel dat een groot deel van de populatie gevaccineerd moet zijn. Om ernstige virale ziektes onder huisdieren te blijven voorkomen is en blijft een goede vaccinatie dus noodzakelijk.


Hoe werkt een vaccinatie?
Bij een vaccinatie wordt er, afhankelijk van het soort vaccin, levend verzwakte of dode virussen onder de huid geïnjecteerd. Sommige vaccins worden echter als druppel in de neus toegediend. De levend verzwakte virussen zullen zich nog heel beperkt in het lichaam kunnen vermeerderen, maar ze veroorzaken in vergelijking met het echte virus geen schade en ziekte. Het lichaam bouwt vervolgens weerstand op tegen de virussen waarvoor gevaccineerd is. De zogenaamde geheugencellen (bepaalde witte bloedcellen) zullen daardoor het echte virus bij infectie herkennen en mede dankzij de opgebouwde antistoffen het virus vernietigen. Zo heeft, dankzij het snelle optreden van het lichaam dat door vaccinatie mogelijk gemaakt is, het echte virus weinig tot geen kans meer om uw huisdier ziek te maken en de infectie te verspreiden naar soortgenoten.

Het herhalen van de vaccinatie
Na elke vaccinatie daalt na verloop van tijd de hoeveelheid antistoffen in het bloed. Hoe minder antistoffen aanwezig zijn, hoe geringer de bescherming over het algemeen is en hoe gevoeliger dus een dier wordt om geïnfecteerd en ziek te worden. Om de bescherming op peil te houden is het daarom noodzakelijk de vaccinatie geregeld te herhalen. De vaccinatie zorgt er immers voor dat de hoeveelheid antistoffen in het bloed weer stijgt. Dit wordt ook wel 'boosteren' genoemd. 

Vaccinatierapport
Na de vaccinatie wordt in het dierenpaspoort of vaccinatieboekje genoteerd met welke vaccins en tegen welke virussen gevaccineerd is. Ook wordt vermeld wanneer het onderzoek en de vaccinatie is uitgevoerd en wanneer dit herhaald moet worden. 
 

Voorbeeld vaccinatiedelen Europees Dierenpaspoort Nederland


Hieronder staat nog een filmpje hoe je een dierenpaspoort in moet vullen en welke handelingen jij als dierenartsassistente mag uitvoeren en welke handelingen de dierenarts moet uitvoeren.

 

 

Invullen dierenpaspoort