Deze strips zijn zogenaamde snel diagnostica die allerlei ingewikkelde chemische proefjes overbodig maken. De strips zijn echter oorspronkelijk ontwikkeld voor gebruik bij mensen. We moeten daarom altijd kritisch blijven bij de beoordeling van de uitslagen.
De volgende items worden bekeken met behulp van deze strips:
pH: Dit is de zuurtegraad van de urine. Normale urine van hond en kat heeft een PH van 6-7, de urine van cavia’s en konijnen is minder zuur (PH van 7.4-8.4). Een verhoging van de zuurtegraad van verse urine is meestal het gevolg van bacteriële ontstekingen van de urinewegen. Een verlaging van de zuurtegraad kan het gevolg zijn van een verzuring van het bloed, hetgeen op kan treden bij ernstig nierfalen. De zuurtegraad van de urine wordt ook beïnvloed met speciaal daarvoor ontworpen diëten.
Eiwit: In normale urine komt eiwit in niet meetbare hoeveelheden voor. Bij honden mag een spoortje eiwit nog als normaal beschouwd worden. Teveel eiwit in de urine kan duiden op ontstekingen of bloedingen in de urinewegen of op een beschadiging van de nieren. Ook bij heftige koorts en grote lichamelijke inspanning kan tijdelijk(!) eiwit in de urine gevonden worden. Een positieve uitslag op eiwit met behulp van een urinestrip test is alleen betrouwbaar als de PH 7.0 of kleiner is!!!
Glucose: Glucose in de urine is een gevolg van een verhoogde bloedsuikerspiegel. Het duidt in vrijwel alle gevallen op suikerziekte. Andersom is het niet zo dan een verhoogde bloedsuikerspiegel altijd suiker in de urine doet verschijnen. De bloedsuikerspiegel moet namelijk boven een bepaalde waarde stijgen (15 mmol/l), voordat de zogenaamde nierdrempel wordt overschreden. Pas op: niet goed omgespoelde jampotjes kunnen voor verwarring zorgen!
Bloed: Als het stripje positief kleurt op het item bloed dan is er of rode bloedkleurstof (hemoglobine) aanwezig of er zijn daadwerkelijk bloedcellen aanwezig in de urine. In het geval van bloedcellen zal de urine meestal enigszins troebel zijn. Onderscheid kan gemaakt worden door het onderzoeken van een sediment. De aanwezigheid van bloedcellen in de urine wijst op een ontsteking of beschadiging van de urinewegen, de aanwezigheid van rode bloedkleurstof (hemoglobine) wijst op een versnelde afbraak van rode bloedcellen.
Ketonen: Ketonen in de urine ontstaan als vet de belangrijkste brandstofbron is geworden in plaats van koolhydraten. Bij honden of katten is dat bijvoorbeeld het geval bij suikerziekte. Bij katten en cavia's kan een leververvetting door anorexie de oorzaak zijn van een verhoogde ketonen spiegel in het bloed en dus een uitscheiding in de urine.
Bilirubine: Dit is galkleurstof. Bij honden is een kleine hoeveelheid bilirubine in de urine normaal, bij katten hoort geen bilirubine in de urine aanwezig te zijn. Een verhoogde hoeveelheid bilirubine in de urine kan veroorzaakt worden door een obstructie van de galwegen, een beschadiging van de lever of door een versnelde afbraak van rode bloedcellen (hemolyse).