5. Competenties in beeld en geluid

Tijd

1 uur

 

Doel

Je kunt een herkenbaar voorbeeld bij een competentie geven met daarbij ook het tegenovergestelde van die competentie.

 

Opdracht

Vorm drie groepen. Elke groep krijgt drie competenties toegewezen (zie lijst in opdracht 4). De groepen weten niet van elkaar welke competenties zij hebben. Overleg met je groep. Jullie moeten van elke competentie twee voorbeelden geven (in totaal dus zes voorbeelden). Het eerste voorbeeld brengt de competentie helder in beeld. Het tweede voorbeeld laat juist het tegenovergestelde zien. De voorbeelden moeten passen bij de sector.

Maak bij alle voorbeelden een:


Verdeel de taken en werk goed door. Help elkaar waar nodig.

Presenteer om beurten de resultaten aan de groepen. Raad om welke competenties het gaat. Leg uit waaraan je dat kunt zien/horen.