Praktijk casus 5 COPD
Handelingsplan: tijd + handeling.
1. |
11. |
2. |
12. |
3. |
13. |
4. |
14. |
5. |
15. |
6. |
16. |
7. |
17. |
8. |
18. |
9. |
19. |
10. |
20. |
Rapportage:
Waarbij moest ik de zorgvrager ondersteunen?
|
Hoe heeft de zorgvrager mijn zorg ervaren?
|
Hoe was de gezondheidstoestand van de zorgvrager?
|
Reflectie: kennis/ houding/ vaardigheden.
Werkproces 1.2: Ik bied persoonlijke verzorging, observeer en monitor gezondheid en welbevinden
Competentie R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten.
Hoe heb ik ondersteuning geven aan de zorgvrager?
|
Heb ik mij zoveel mogelijk gericht op de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager?
|
Heb ik regelmatig gecheckt op de zorgvrager tevreden is?
|
Competentie J: Formuleren en rapporteren.
Hoe heb ik scherp en kernachtig geformuleerd op basis van mijn kennis?
|
Hoe heb ik op een logische wijze gerapporteerd?
|
Hoe heb ik volledig en actueel rapportage over de gezondheidstoestand van de zorgvrager?
|
Werkproces 1.3: Ik voer verpleegtechnische handelingen uit.
Competentie T: Instructies en procedures.
Hoe heb ik bij het uitvoeren van de verpleegtechnische handelingen mij gehouden aan de voorgeschreven protocollen en (werk)procedures?
|
Heb ik gewerkt volgens de eisen van de beroepscode?
|
Werkproces 1.6: Ik geef voorlichting, advies en instructie.
Competentie L: Materialen en middelen inzetten.
Heb ik de juiste materialen en middelen bij de verzorging van de zorgvrager?
|