Klassikaal: maak zelf een formule (bijv. de tafel van x) op het digibord of kijk samen naar het filmpje. Is zo’n formule handig? Wanneer zou je zoiets gebruiken, kun je voorbeelden bedenken? Laat leerlingen eventueel alvast meedoen en zelf een formule maken. Leg uit dat je op verschillende manieren kunt kopieren: laat de werking van de vulgreep zien en het ‘kopieren/plakken’ dat we ook kennen uit Word. Laat zien dat de cellen die in je formule genoemd worden bij kopieren veranderen. Is dat handig? Waarom wel/niet?
Je kunt ook rekenen met een rekenmachine. Wat is het verschil? Bij Excel blijft de formule en de hele opmaak bewaard. Wanneer zou je daar gebruik van kunnen maken?
Laat ook direct zien dat je naast vermenigvuldigen ook kunt optellen, aftrekken en delen.
Opdracht 4.1: zelfstandig. De leerlingen maken de tafel van 79 en daarna nog de tafel van een heel groot getal. Juist bij hele grote getallen zie je de kracht van Excel. Tip: er zijn nogal eens leerlingen die bij het begin het idee van formules niet goed begrijpen. Deze leerlingen rekenen de antwoorden uit op hun rekenmachine en typen ze dan in. Dat kost veel tijd, en is natuurlijk ook niet de bedoeling. Dit kun je gemakkelijk controleren door op het antwoord te gaan staan met je cursor. Links boven in het spreadsheet zie je vanzelf of de leerling een getal of een formule heeft ingetypt.
Opdracht 4.2 zelfstandig. Bij deze opdracht moet de leerling in stapjes een ingewikkelde som maken in Excel. Het antwoord kan zelf worden gecontroleerd in het Wikiwijsarrangement. Let er ook hier weer op dat de leerlingen gebruik maken van Excel om hun formules te maken.