Breedteligging
Over de aarde zijn heel veel (denkbeeldige) lijnen getrokken, waardoor het mogelijk is de positie van een schip of een dorp zeer nauwkeurig aan te geven.
De evenaar wordt beschouwd als de middellijn van de aarde. Het is een lijn met enkele bijzondere kenmerken:
Evenwijdig aan de evenaar zijn (op papier) lijnen getrokken: de parallellen. Elke parallel heeft een nummer, dat aangeeft hoe ver de parallel van de evenaar vandaan ligt. Bij de evenaar hoort het getal 0, de Noordpool en de Zuidpool hebben de hoogste nummers: respectievelijk 900NB (noorderbreedte) en 900ZB (zuiderbreedte).
De afstand tussen 2 parallellen met een heel getal (bijvoorbeeld tussen 300NB en 310NB is ongeveer 111 km. Dat is vrij veel en daarom is elke graad onderverdeeld in 60 minuten (60`) en elke minuut in 60 seconden (60``).
Van plaatsen die dicht bij de evenaar liggen, wordt gezegd dat ze op lage breedte liggen; plaatsen niet ver van de pool liggen op hoge breedte.
Lengtelijnen
Met parallellen kunnen we de aarde keurig in plakjes verdelen, maar voor een juiste plaatsbepaling zijn ook lengtelijnen nodig tussen de Noordpool en de Zuidpool. Dit zijn de meridianen. In 1884 werd op een internationale conferentie de meridiaan van Greenwich (bij Londen) gekozen als nullijn. Tot op de dag van vandaag is niet iedereen het met deze keuze eens: op de bekende gele Michelinkaarten loopt de nulmeridiaan over Parijs.
De nulmeridiaan verdeelt de wereld in het oostelijk halfrond en het westelijk halfrond; bij de plaatsbepaling wordt dan gesproken over oosterlengte en westerlengte. De telling begint hiervan bij de nulmeridiaan; aan de andere kant van de aarde komen deze halfronden bij elkaar bij de meridiaan van 1800. Parallellen en meridianen samen vormen het graadnet van de aarde.
Als we het hebben over de coördinaten is het belangrijk om te weten hoe je deze noteert. Je moet altijd eerst het coördinaat noteren van de Zuiderbreedte of Noorderbreedte. Daarna noteer je de lengtegraad.
Opdracht 4
Je weet nu een beetje hoe de coordinaten werken. Je mag nu de opdrachten gaan maken op het opdrachtenblad dat je van je docent ontvangt.
Als je hem niet hebt ontvangen kun je deze ook hier downloaden.