In deze opdracht ga je met groepsgenoten de antwoorden die jullie hebben gegeven bij opdracht 3 vergelijken.
Opdracht
In een subgroepje bespreken jullie de overeenkomsten en verschillen in de antwoorden en formuleren de juiste antwoorden. Jullie maken een (powerpoint) presentatie van de overeenkomsten en verschillen in jullie antwoorden en de uiteindelijke formuleringen.
Let op: je kent nu de regels van feedback geven, dus pas deze ook toe als je de antwoorden en presentaties van je groepsgenoten bespreekt en beoordeelt!
De docent bepaalt hoe de presentaties behandeld en beoordeeld worden, bijvoorbeeld presentatie en beoordeling tijdens een klassikaal moment of in jullie digitale leeromgeving hangen, waar de andere groepjes deze bekijken en beoordelen.