Lees nogmaals de column van de introductie. Benoem nu alle kenmerken van een column die je hier in herkent.
Kan ik wat ik moet kunnen?
Kun je wat je moet kunnen?
Kun je omschrijven wat een column is?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
Inhoud
Je hebt verschillende columns (of niet) langs zien komen. Welke column vond je het leukst? Als het goed is, is je opgevallen dat vaak hetzelfde antwoord juist was. Kun je daardoor een conclusie trekken over het belangrijkste kenmerk van een column?
Eindopdracht
A: Welke vraag over de column van Arjen vond je het makkelijkst en welke het moeilijkst? Waarom?
B: Heb je meegedaan aan de column-battle? Is het je gelukt om zelf een column te schrijven? Ben je tevreden over het resultaat? Schrijf op wat goed ging en wat minder goed ging.