Activiteiten
| Aan de slag | ||
| Stap | Activiteit | |
| Stap 1 | ![]() |
Lees de Kennisbank en maak de oefeningen. |
| Stap 2 | en ![]() |
Zoek op internet naar (lijsten met) scheidbare werkwoorden. Bespreek en vergelijk deze met een klasgenoot. |
| Stap 3 | en ![]() |
Kies nu zelf drie scheidbare werkwoorden (voorvoegsel+werkwoord). Maak voorbeeldzinnen en vergelijk ze met een klasgenoot. |
| Stap 4 | en ![]() |
Kies nu zelf drie scheidbare werkwoorden (toevoeging van 'ge'). Maak voorbeeldzinnen en vergelijk ze met een klasgenoot. |
| Stap 5 | en ![]() |
Kies nu zelf drie scheidbare werkwoorden (toevoeging van 'te'). Maak voorbeeldzinnen en vergelijk ze met een klasgenoot. |
| Afronding | ||
| Onderdeel | Activiteit | |
| Samenvattend | ![]() |
Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht. |
| Eindopdracht | en ![]() |
De opdracht sluit ik af met het maken van een puzzel met scheidbare werkwoorden. |
| Extra opdracht | ![]() |
Maak eventueel de extra opdracht. |
| Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.