In deze extra opdracht: Tijd voor een spelletje: het dobbelspel met bijwoorden!
Maak samen met een klasgenoot een lijst van bijwoorden.
Zorg voor een mix van vier soorten bijwoorden:
Tijd - Plaats - Vraagwoorden - Andere bijwoorden
Om bijwoorden te vinden, kun je de voorbeelden uit de voorgaande stappen gebruiken of op internet zoeken naar lijsten met bijwoorden. Er zijn er genoeg!
Als je de woorden gevonden hebt, volg je de instructie hieronder voor het dobbelspel.
Bijwoord dobbelspel
Nodig:
- (digitale) lijst met 30 bijwoorden
- een dobbelsteen
- 2 of meer deelnemers
Maak samen met een klasgenoot een lijst van 30 bijwoorden.
Verdeel de lijst in vijf kolommen van zes.
Heb je een dobbelsteen? Dan kan het spel beginnen.
Nummer één gooit voor een woord uit de eerste rij. Noteer het woord.
Nummer twee gooit voor een woord uit de tweede rij. Noteer het woord. Je gaat door tot je vijf woorden hebt.
Nu is nummer twee aan de beurt om met al deze woorden een goede zin te maken.
Nummer één noteert de tijd die hij daarvoor nodig heeft.
Daarna begint nummer twee met gooien.
Nummer één moet nu een zin maken en nummer twee noteert de tijd.
Ga door tot elke speler vijf zinnen heeft gemaakt.
Tel de tijden van elke deelnemer op. Wie heeft de minste tijd nodig gehad voor zijn zinnen?
LET OP: laat de zinnen tenslotte beoordelen door je docent. Een fout levert tien strafseconden op!