Stap 3: Zinnen ontleden
Doe samen met een klasgenoot de volgende oefening.
- Schrijf allebei een zin op waarin de volgende zinsdelen voorkomen:
- werkwoordelijk gezegde
- onderwerp
- lijdend voorwerp
- meewerkend voorwerp
- Schrijf ook een zin op waarin de volgende zinsdelen voorkomen:
- naamwoordelijk gezegde
- onderwerp
- meewerkend voorwerp
- Zorg dat je beide zinnen zelf kunt ontleden in zinsdelen.
- Ruil de zinnen met een klasgenoot.
- Benoem ook de zinsdelen die je klasgenoot heeft opgeschreven.
- Controleer allebei of jullie de zinsdelen goed benoemd hebben.