Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 en Bestudeer de Kennisbank. Download het werkblad en onderstreep de aanwijzende voornaamwoorden.
Stap 2 Bekijk de meest gebruikte aanwijzende voornaamwoorden. Maak de oefening
Stap 3 en Schrijf vier zinnen met zelfstandig en niet-zelfstandig gebruik van een aanwijzend voornaamwoord. Vergelijk je zinnen met een klasgenoot.
Stap 4 en Maak zinnen met andere aanwijzende voornaamwoorden. Vergelijk je zinnen met die van een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak de eindtoets: 'Aanwijzend voornaamwoord'.
Extra opdracht Maak eventueel de extra opdrachten.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.