Auf dem Markt
Je koopt bananen en frambozen op de markt.
A
Zet de zinnen in de juiste volgorde.
Schrijf het gesprek (als het helemaal goed is) in je schrift.
B
Werk samen met een medeleerling. Vertaal de woorden naar het Duits.
Gebruik de Werkzeugkasten en/of een (online) woordenboek.
C
Maak samen gesprekjes op de markt. Gebruik de zinnen en woorden van onderdeel A en B. Wissel ook van rol.