Antworten

Antworten
Bekijk hier of je de opdrachten goed hebt gemaakt.

Hören
Lied


  1. Ich hab schon alles, ich will noch mehr.
  2. Kaufen macht so viel Spaß./Kaufen ist wunderschön.
  3. Ich kauf, ich kauf - was, ist egal.
  4. Hij verliest meteen interesse in de nieuwe spullen./Hij gaat de nieuwe spullen meteen ruilen.
  5. Oh, was soll ich tun?
  6. 5 procent van de mensen in Duitsland is koopziek, 23 procent loopt gevaar koopziek te worden.
  7. Hij heeft kritiek op de consumptie-maatschappij: dat we dus alsmaar kopen zonder dat we dingen echt nodig hebben en dat we ook niet meer van nieuwe spullen kunnen genieten.

Lesen
Einkauf im Internet


  1. boeken en muziek
  2. electronica
  3. tickets voor concerten en optredens
  4. bloemen
  5. kleding
  6. kaas
  7. vakanties, reizen
  8. parfum, luchtjes
  9. tickets voor concerten en optredens

Einkauf in Deutschland


Antworten
  1. zaterdag
  2. winkelen
  3. zondag zijn de winkels dicht
  4. te laat: zaterdag zijn de winkels maar tot 16 uur open, het is al 16.30 uur
  5. maandag
  6. tram
  7. typisch Duits shirt
  8. 7
  9. eerste benedenverdieping (-1)
  10. de shirts zijn in de aanbieding
  11. 2 shirts: met Brandenburger Tor en met kaart van Duitsland erop
  12. spijkerbroek
  13. 7e

Sprechen
Auf dem Markt


Antworten
  1. zweihundertfünfzig Gramm Kirschen
  2. ein Pfund Weintrauben
  3. drei Kilo Kartoffeln
  4. eine Gurke
  5. ein Köpfchen Salat
  6. dreihundert Gramm Erdbeeren