Kleidung

Los geht's
Je vindt hieronder links naar oefeningen en spelletjes over 'Kleidung' om je woordenschat te verbeteren!

een hoed
sokken
schoenen
een shirt
een overhemd
kleren
een zak
een zwembroek
een koffer
gympen
een horloge
een sjaaltje
handschoenen
een regenjas
een spijkerbroek
ein Hut
Socken
Schuhe
ein Hemd
eine Bluse
Kleider
eine Tasche
ein Badeanzug                                      
ein Koffer
Turnschuhe
eine Uhr
ein Schal
Handschuhe
ein Regenmantel
Jeans
een slipper
een pyjama
katoen
fluweel
wollen
een paraplu
een pet
een vest
kousen
een vest
een rok
een bril
een jas
een broek
ein Hausschuh
ein Schlafanzug
Baumwolle
Samt
Wollen
ein Regenschirm
eine Kappe
eine Strickjacke
Strümpfe
eine Weste
ein Rock
eine Brille
ein Mantel
eine Hose

 

Oefening 1 - Invuloefening Nederlands-Duits

De twee oefeningen hieronder zijn spelletjes. Weet jij de Duitse vertaling van de volgende woorden?
Typ het woord zo snel mogelijk in.

 Oefening 2 - Invuloefening Duits-Nederlands

 Oefening 3 - Invuloefening