Woorden en zinnen
1. Open de StudioWozzol-lijst en neem hem over.
2. Oefen en leer de woorden met StudioWozzol.
Bijzondere werkwoorden
Maak de volgende oefeningen.
Maak de oefening: Welk Duits woord past?
Bij de grammatica leer je hoe je deze bijzondere werkwoorden vervoegt.
Wat kunnen de dieren (niet)?
Maak met de woorden en dieren ten minste 4 zinnen.
Schrijf ze in jouw schrift.
Voorbeeld: Eine Katze kann nicht bellen.
De woorden zijn: fliegen - schnell laufen - bellen - sprechen - schwimmen
En jij?
Beantwoord de vragen in het Duits in jouw schrift. Maak hele zinnen.
Gebruik in elke zin één van de bijzondere werkwoorden.
Gebruik de StudioWozzol-lijsten Wortschatz A, B, C en Aussagen A, B.
Bespreek daarna de antwoorden met de klas.