Wetter
Bekijk de afbeeldingen. Maak met behulp van de woorden en afbeeldingen goede zinnen in het Duits. Gebruik eventueel de woorden uit:
Woordenlijst Aussagen C
Voorbeeld: Es ist (sehr) windig.
De woorden die je kan gebruiken zijn:
het sneeuwt - de zon schijnt - het waait - het regent- het is koud - het is warm.
Dat kan niet!
Maak de zinnen compleet.
Schrijf de zinnen in je schrift.
Let op de woordvolgorde!
Voorbeeld
Wenn es sehr warm ist, will ich nicht rennen.
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.