Je gaat het thema ‘Trainer in actie’ afronden. Je schrijft een verhaal over een sportmoment waarbij de trainer in actie moest komen. Dit hoeft niet echt gebeurd te zijn. Je mag het helemaal zelf verzinnen. Deze opdracht maak je zelfstandig. Je hebt hier twee lesuren de tijd voor.
Aan de slag
Kies een sport voor je verhaal. Verzin bij deze sport een situatie waarbij een trainer in actie komt. Denk aan een trainer die tijdens de training ingrijpt bij een conflict tussen twee sporters of een trainer die een pupil helpt om beter te worden. Noteer kort wat de kern van het verhaal is.
Bepaal de structuur van je verhaal.
Inleiding: Introduceer de situatie, personages en setting (bijvoorbeeld een belangrijke wedstrijd of een training).
Middenstuk: Beschrijf de actie of uitdaging die de trainer heeft. Voeg extra details toe om het levendig te houden. Bijvoorbeeld: de trainer kijkt met spanning naar het scorebord. Nog vijf minuten. De ploeg moet nú echt tot de aanval overgaan om het winnende doelpunt te kunnen maken.
Slot: Sluit af met een duidelijk einde van het verhaal.
Noteer de belangrijkste momenten in chronologische volgorde. Denk aan wat de hoofdpersoon zag, hoorde, voelde en dacht.
Schrijf een eerste versie.
Gebruik duidelijke zinnen en beschrijf wat er gebeurde. Zorg dat de lezer zich kan inleven in jouw verhaal.
Voeg emoties toe om je ervaring krachtiger te maken (bijvoorbeeld spanning, blijdschap, frustratie).
Voeg details toe. Bijvoorbeeld: hoe rook het in de kleedkamer? Welke geluiden hoorde je tijdens het spel? Hoe reageerden anderen?
Controleer of je verhaal logisch verloopt en of er genoeg spanning en diepgang in zit.
Laat een klasgenoot je verhaal lezen en vraag om feedback. Zijn er stukken die onduidelijk of minder boeiend zijn? Verbeter zo nodig je verhaal.
Schrijf de definitieve versie. Controleer spelling, grammatica en leesbaarheid. Zorg dat het verhaal vloeiend leest. Tip: Lees het hardop voor of het goed klinkt.
Tips:
Gebruik levendige beschrijvingen (bijvoorbeeld ‘Mijn hart bonkte in mijn borst terwijl de bal op mij afkwam’).
Voeg dialogen toe om het dynamischer te maken. Dialogen zijn gesprekken tussen mensen.
Laat de lezer voelen wat jij voelde door emoties en gedachten uit te drukken.