Als je kiest voor eindopdracht B ontwerp je een omslag.
Als je de omslag moet maken in combinatie met eindopdracht A, ontwerp je een omslag die past bij het boek van eindopdracht A.
Als je alleen eindopdracht B maakt, maak je de volgende omslag:
Lees de tekst op de achterkant van het bekende boek van Francine Oomen.
Hoe overleef ik de brugklas?
Als Rosa naar de brugklas gaat, verandert er een heleboel in haar leven. Van stoere Achtste-groeper wordt ze brugpieper. Ineens heeft ze een stuk of twaalf leraren in plaats van één. In plaats van een rugzakje met een boterhamtrommeltje erin, moet ze kilo's boeken meesjouwen. Tel daar nog een klas vol nieuwe kinderen en megaveel huiswerk bij op... Hoe overleef je dat allemaal?
Rosa's vriendje Jonas zit nog in groep acht. Om hem alvast een beetje voor te bereiden, e-mailt ze hem survivaltips.
Dit boek is voor iedereen die (bijna) naar de brugklas gaat (of hem al overleefd heeft), het gaat over vriendschap, maar ook over pesten. Over lachen en over uitgelachen worden. Over na-apen en jezelf durven zijn. Met veel tips voor lastige leraren, pukkeltjes, eerste liefdes en nog veel meer!
Ontwerp een geschikte omslag voor dit boek.
De omslag moet passen bij de inhoud en het genre.
Zoek geschikt fotomateriaal - of fotografeer zelf.
Denk om de titel en de naam van schrijver en uitgever!
Zoek of maak een geschikt pictogram bij dit boek.
Beoordeling:
Je docent let bij het beoordelen van de omslag op het volgende:
past de omslag bij het inhoud en het genre?
past de omslag bij de persoon die hem gemaakt heeft?
staan de titel, naam van de schrijver en de uitgever op de omslag ?
past de pictogram bij het genre van het boek?
is het geheel netjes vormgegeven.
Klaar?
Tevreden? Laat je eindproduct(en) dan beoordelen door je docent.