Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Na het lezen van de kennisbank kan je vragen beantwoorden over fictie.
Stap 2 Je kunt in een tweetal oefeningen aangeven of de voorbeelden fictie zijn of geen fictie.
Stap 3

Je kunt van verschillende media-elementen benoemen of er sprake is van fictie of non-fictie.
Stap 4 Je kunt van verschillende films aangeven of ze zijn gebaseerd op feiten of niet.
Stap 5 Je kunt zelf een fictief verhaal schrijven die gebaseerd is op feiten.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend   Hier vind je de kennisbank en de samenvattingsoefening die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A Als je kiest voor eindopdracht A schrijf je een fictietekst naar keuze.
Eindopdracht B Als je kiest voor eindopdracht B schrijf je een fictieve tekst die op waarheid is gebaseerd.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Je hebt 2 lesuren nodig.