Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- een eigen leesverslag schrijven.
- uitleggen wat het verschil is tussen een objectief en een subjectief verslag.
- de vijf stappen noemen die ik neem voordat ik een leesverslag ga schrijven.
- uitleggen waarom ik in een verslag signaalwoorden gebruik.
- drie signaalwoorden in een leesverslag noemen.
- uitleggen waarom ik beoordelingswoorden gebruik in een leesverslag.
- drie beoordelingswoorden van een leesverslag noemen.
- drie factoren noemen die bepalend zijn voor de sfeer in mijn verslag/verhaal.
- aangeven wat een recensie is en wat erin staat beschreven.
- vier aandachtspunten voor een recensie noemen.