Activiteiten
Aan de slag | ||
Stap | Activiteit | |
Stap 1 | ![]() |
Je bestudeert het Kennisbankitem 'Engelse werkwoorden' en geeft daarna van werkwoorden aan of ze juist gespeld zijn. |
Stap 2 | ![]() |
Je zoekt Engelse werkwoorden en vervoegt ze in een tabel. Deze tabel lever je in bij je docent. |
Stap 3 | ![]() |
Je vervoegt de persoonsvorm van Engelse werkwoorden. |
Afronding | ||
Onderdeel | Activiteit | |
Samenvattend | ![]() |
Hier vind je de kennisbank die hoort bij deze opdracht. |
Eindopdracht A | ![]() |
Maak de eindtoets: 'Engelse werkwoorden'. |
Eindopdracht B | ![]() |
Je maakt een poster met daarop de spellingsregels voor Engelse werkwoorden. |
Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |
Benodigdheden
Het werkblad Engelse werkwoorden
Tijd
Voor deze opdracht heb je één lesuur nodig.