Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je kunt na het bestuderen van de kennisbank oefeningen over het werkwoord maken.
Stap 2
Je kunt in verschillende oefeningen de werkwoordsvormen op de juiste manier toepassen
Stap 3 Je kunt het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden uitleggen en hier voorbeelden van noemen.
Stap 4 Je kunt werkwoorden in een tekst herkennen en berekenen wat het percentage werkwoorden in een tekst is.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de kennisbank die hoort bij deze opdracht
Eindopdracht A Als je kiest voor eindopdracht A maak je een toets
Eindopdracht B Als je kiest voor eindopdracht B schrijf je een verslag over het aantal werkwoorden in een tekst.
Extra opdracht Maak eventueel de extra opdracht.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.