Eindopdracht: Vragen maken
Een heel goede manier om je aantekeningen te verwerken is: maak er vragen van!
- Markeer je belangrijkste aantekeningen waarvan je denkt: daar krijg ik vast vragen over in het proefwerk.
- Bedenk bij elke belangrijke aantekening een goede vraag.
- Dat kan een open vraag zijn, maar ook een goed/fout-vraag of een meerkeuzevraag.
- Je kunt ook een invulschema bedenken over het hele onderwerp.
- Of je bedenkt een oorzaak-gevolgvraag met pijlen en invulwoorden!
Noteer je vragen op je werkblad onder opdracht 4.
Schrijf de antwoorden apart op een blaadje.
- Wissel je vragen uit met een medeleerling.
- Maak elkaars vragen en kijk elkaars antwoorden na.
Beoordeling:
Je docent beoordeelt je werkblad op de volgende punten:
- inhoud: je hebt de opdrachten op het werkblad goed gemaakt.
- netheid: je werkblad is netjes ingevuld.
- taalfouten: in je antwoorden zitten bijna gaan taalfouten.
Klaar?
Lever je opgeslagen werkblad in.