De eindopdracht maak je samen met een klasgenoot.
Jullie schrijven elkaar een brief over het leven in het klimaat dat jullie hebben onderzocht.
Een van jullie schrijft een brief over het leven in het Noordpoolgebied.
Beeld je in dat je daar woont en dat je vanuit dat perspectief een brief schrijft over de leef- en woonomstandigheden daar. Je doet dat op basis van alles wat je hebt opgezocht in stap 2.
De ander schrijft een brief over het leven in de woestijn, vanuit het perspectief dat je er woont.
In de gereedschapskist krijg je tips hoe je een brief schrijft.
Schrijf de brief in minimaal 200 en maximaal 400 woorden.
Je mag er ook afbeeldingen bij zoeken.
Let erop dat de brieven niet te veel taalfouten bevatten.
Klaar?
Wissel de brieven onderling en lees elkaars brieven.
Lees de beoordelingscriteria in de gereedschapskist nog even door.
Lever de brieven daarna in bij jullie docent.
Deze zal de brieven beoordelen op:
inhoud: heb je alle informatie uit stap 2 gebruikt voor je brief?
inhoud: heb je een goed beeld gegeven van de leefomstandigheden?
vorm: ziet je brief er verzorgd uit, heb je afbeeldingen toegevoegd?
|
Brief schrijvenEen brief is een goede manier om aan iemand te laten weten wat je van een bepaald |
|