Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- herkennen dat er bepaalde leefregels zijn in veel groepen.
Deze regels hebben te maken met taal, omgangsvormen of religie.
- aan de hand van een voorbeeld benoemen dat in bepaalde groepen ook specifieke leefregels en kledingvoorschriften zijn.
- uitleggen aan de hand van een voorbeeld waarom je niet kan spreken van één Nederlandse identiteit.