Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Beantwoord nogmaals de vragen. Geef je nu dezelfde of andere antwoorden? Hoe kan dat?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
A en B: Vond je het fijn om de opdracht met z'n tweeën te doen?
Hoe verliep de samenwerking? Kijk samen terug naar het maken van deze opdracht. Benoem twee sterk en twee zwakke punten van je klasgenoot als het gaat om samenwerken/samen een opdracht maken. Luister zelf ook naar de punten die je klasgenoot over jou zegt. Hoe vind je het om dit te horen? Kun je de feedback gebruiken voor een volgende samenwerking?